Nieuwsbrief 13 (november 2022)
1. Brief van de WSK over het huidige regeerakkoord
Op 5 september, aan het begin van het nieuwe schooljaar, schrijft de kerngroep van de Werk- en Steungroep Kleuteronderwijs (WSK) aan de leden en volgers van de WSK een brief over het huidige onderwijsbeleid op basis van het huidige regeerakkoord. Klik hier.
Vier passages uit de brief:
* ‘Ook de WSK zou vóór ‘effectief bewezen lesmethodes’ zijn als die lesmethodes zouden aansluiten op de psychologische ontwikkeling van het kind’.
* ‘Volgens de WSK zal de onderwijscrisis door het huidige beleid niet worden opgelost en alleen maar worden verdiept en verergerd’.
* ‘Gezien de onderwijsramp die op ons afkomt, binden we je dan ook op het hart om goed op jezelf te passen: laat je geestelijke welzijn en je lichamelijke gezondheid niet lijden onder dit onjuiste (kleuter)onderwijsbeleid’.
* ‘De WSK gaat niet bij de pakken neerzitten’, waarop vijf actiepunten volgen.
2. Verwijzing naar Klimroos in boek over dyslexie
Op 23 september verschijnt van Irene Besnard-Van Baaren, een van de eersten zo niet de eerste in ons land, die dyslexie als verschijnsel serieus nam, het boek Dyslexie van baby tot bovenbouw. Er staat een verwijzing naar Klimroos in:
Dr. Ewald Vervaet ontwikkelde het leerlingvolgsysteem ‘Klimroos’ dat naast andere volgsystemen gebruikt kan worden. Het betreft kinderen van groep 1 tot en met 4 (p.174).
De verwijzing staat in het kader van het vroegtijdige onderkennen van risico op dyslexie.
3. Verschijning van het boek Superstart
Op 28 september ontvangt Ontdekkend Leren van kleuterleerkracht Berry van Embden een exemplaar van haar tweede boek, Superstart. Berry maakt uitvoerig gebruik van het werk van Jean Piaget en van Ewald Vervaet:
Er zijn twee ontwikkelingspsychologen die wél uitgaan van ontwikkelingsfasen in de pre-operationele periode. Zij hebben mij veel inzichten gegeven over deze belangrijke fasen. Dat zijn dr. Jean Piaget en dr. Ewald Vervaet (p. 57).
In het volgende hoofdstuk beschrijf ik de uitleg van dr. Ewald Vervaet (p.60), over hoofdstuk 11, ‘Verfijning ontwikkelingsfasen’.
Op p.102-106 beschrijft Berry de flessenproef, de schrijfproef en de leesproef.
4. Nieuwe versie van de film over de eerste studiemiddag over Ontdekkend Leren Lezen
Op 29 september verschijnt van Johannes Kooreman de nieuwe versie van zijn film over de eerste studiemiddag over Ontdekkend Leren Lezen. Klik hier.
5. Opinieartikel ‘Vroeg leren funest voor ontwikkeling jong kind’
Op 1 oktober verschijnt van de WSK en vier andere organisaties het opinieartikel ‘Vroeg leren funest voor ontwikkeling jong kind’ in het Algemeen Dagblad en zijn regionale uitgaven. Klik hier.
Drie passages eruit:
* ‘Het brein van het jonge kind is als een jonge boom. Veel potentie om uit te groeien tot mooie eik met klim- en schommelplezier. Maar wat als je de schommel te vroeg ophangt en de boomstam bezwijkt? Je gaat tegen de natuur in en maakt iets onherstelbaar kapot’.
* ‘De kleutertoets is afgeschaft, maar verder is de nadruk op vroege geletterdheid en gecijferdheid toegenomen. We rekenen kinderen af op wat ze niet kunnen in plaats van wat ze wél kunnen’.
* ‘In het belang van de maatschappij hebben we kinderen nodig die zonder vooraf gesteld doel mogen spelen’.
6. Wetenschappelijk artikel met belang voor kleuter- en overige basisonderwijs
Op 1 november verschijnt van Ewald Vervaet bij Stichting Histos een wetenschappelijk artikel over twee soorten onderzoek. Voor de samenvatting klik hier.
De conclusie van het artikel is dat alleen onderzoek naar verschijnselen tot toepasbare resultaten kan leiden en onderzoek met getalsmaten en inferentiële statistiek, dat nu dominant is, niet.
Het Cito zal met meerkeuzetoetsen moeten ophouden. Dat geldt ook voor het huidige onderwijsbeleid. Het is op getalsmatigheid en statistiek gebaseerd (‘effectief bewezen lesmethodes’; punt 1) en zal de onderwijscrisis niet oplossen maar verdiepen.
(Die twee soorten onderzoek zijn:
* Onderzoek naar verschijnselen van het kind, zoals gespiegelde letters bij kleuters en het niet begrijpen van negatieve getallen door schoolkinderen. Waarom vertonen kinderen die verschijnselen in een bepaalde fase van hun ontwikkeling? Houdt een vermoeden bij verder onderzoek feitelijk stand? Zo ja, hoe kunnen we dit in opvoeding en/of onderwijs toepassen?
* Onderzoek met getalsmaten (kalenderleeftijden, scores op meerkeuzevragen, puntsschalen en dergelijke) en inferentiële statistiek (gemiddeldes, standaardafwijkingen, correlatiecoëfficiënten, factoranalyses). Wat statistisch en rekenkundig significant is, zou een psychologisch of onderwijskundig feit zijn en mogen worden toegepast. De stap van ‘rekenkundig significant’ naar ‘psychologisch of onderwijskundig feit’ is echter ongegrond.)
7. Opinieartikel ‘Neem spelen veel serieuzer’
Op 15 november verschijnt van Berry van Embden in het Onderwijsblad (AOB) het opinieartikel ‘Neem spelen veel serieuzer’. Klik hier (juf Berry) of hier (WSK).
Drie passages eruit:
* ‘Pabo’s zouden hun voordeel moeten doen met expertise van leerkrachten die voor het midden van de jaren tachtig de gespecialiseerde kleuteropleiding hebben gevolgd’.
* ‘Het kleuteronderwijs betreft echter de pre-operationele fase. […] Kennis aanbrengen mag daarom in het kleuteronderwijs nog geen ultiem leerdoel zijn waar kleuters op afgerekend mogen worden. […] Het kleuterbrein is nog niet in staat om informatie op te slaan zoals een schoolkind dat kan’.
* ‘Ik denk dat de neergaande spiraal in onderwijsresultaten valt om te keren als we kleuters niet te laat en ook niet te vroeg laten overgaan naar groep 3. […] Een kleuter die aantoonbaar schoolrijp is, heeft de best mogelijke kansen om leerstof tot zich te nemen. Het onderwijs sluit aan bij de ontwikkelingsfase’.
—————————————————————————————
Laatste bewerking van deze webpagina: 28 november 2022