Lezing ‘Spellingrijpheid – voorwaarde voor “hand”, “jij vindt” en dergelijke’
Gehouden op 16 september 2021 door Ewald Vervaet voor de Westlandse Stichting Katholiek Onderwijs (WSKO). Vanwege corona was het een internetlezing

De hele lezing duurt 38:59; klik hier.
   De zeven belangrijkste passages kunt u als korte video’s bekijken.

Video 1 (3:49); klik hier.
Video 1 gaat over de totstandkoming en hoofdlijn van de leeslijn Ontdekkend Leren Lezen (OLL).

Tussen de video’s 1 en 2 wordt de spelling van het Nederlands geschetst. Deze bestaat uit drie lagen.
   De basis is fonemisch: een verzameling dicht bij elkaar liggende klanken wordt met één letter weergegeven, zoals /p/ in /pet/, /leepul/ en /lip/ als ‘p’ en /oo/ van /oog/, /boot/ en /voor/ als ‘oo’.
   Op de tweede laag worden klanken op meer dan één manier weergegeven zoals /ei/ en /ou/: we schrijven ‘klein’ en ‘eisen’, maar ‘fijn’ en ‘bijl’; we schrijven ‘kous’ en ‘ouder’, maar ‘saus’ en ‘kauwen’.
   Op de derde laag staan de spellingkwesties waar regels voor zijn. Daarover gaat de volgende korte video.

Video 2 (3:16); klik hier.
Video 2 gaat over de vijf regelgeleide spellingkwesties: ‘hand’/‘rib’, ‘boten’/‘botten’, ‘ik landde/rustte’, ‘jij vindt’/‘vind jij’ en ‘wij landden/rustten (toen)’. Ze komen in deel 3 van Zo ontdek ik het lezen! aan bod.
   Bij elk van de vijf regelgeleide kwesties is een toets. In de lezing wordt alleen bij ‘jij vindt’/‘vind jij’ stil gestaan.
   De kwestie ‘jij vindt’/‘vind jij’ bestaat uit twee stappen – uitgelegd voor leerkrachten (bij kinderen gaat het anders!):
* bepaal de laatste klank van de stam en
* bepaal de laatste klank van de werkwoordsvorm bij ‘ik’, ‘jij’ of ‘hij’/‘zij’/‘het’.

De video’s 2 en 3 komen in de lange video meteen na elkaar.

Video 3 (6:10); klik hier.
Video 3 laat een oefening bij ‘jij vindt’/‘vind jij’ met een van de toehoorders zien, Herman Riekert.

Tussen de video’s 3 en 4 wordt Herman Riekert bedankt.

Video 4 (6:31); klik hier.
In video 4 komt aan bod dat ‘jij vindt’/‘vind jij’ in psychologisch opzicht neerkomt op het variëren van één factor onder constanthouding van alle overige factoren. Dat variëren bij constanthouding vereist formele intelligentie. Deze ontstaat doorgaans op zijn vroegst rond 11, 12 jaar. Dat is de reden waarom ‘jij vindt’/‘vind jij’ voor de meeste kinderen van de basisschool te hoog gegrepen is en dat deze kwestie beter uit het curriculum voor het basisonderwijs verdwijnt.
   Ook voor de overige rijpheidstoetsen geldt dat er eerst een spraakomzetting is (zoals van /ik vurmoet/ naar /wei vurmoedun/) en dan een klankanalyse (als je van /vurmoedun/ /un/ weghakt, hoor je aan het slot van /vurmoed/ /d/).
   De klankanalysestap wordt in Klank- en vormspel en in deel 1 en deel 2 van Zo ontdek ik het lezen! voorbereid omdat er voortdurend klankanalyseoefeningen in aan bod komen.

De video’s 5, 6 en 7 komen in de lange video meteen na elkaar.

Video 5 (5:02); klik hier.
In video 5 worden vier ontdekbladen besproken:
* voor ‘hand’-/hant/;
* voor ‘o’-/oo/ (zoals in ‘boten’); 
* voor ‘oMM’-/oM/ (Medeklinker; zoals in ‘botten’); 
* voor ‘jij vindt’-‘vind jij’.
  Voor ‘rib’-/rip/, voor ‘a’-/aa/, ‘u’-/uu’ en ‘e’-/ee/ (de drie andere klinkerverenkelingen) en voor woorden als ‘hakken’, ‘nummer’, ‘bessen’ en ‘ridder’ (de vier andere medeklinkerverdubbelingen) zijn aparte ontdekbladen.

Video 6 (6:07); klik hier.
Video 6 schetst de organisatie van ontwikkelingvolgend lees- en spellingonderwijs op de school. Dit onderwijs is groepdoorbrekend.

Video 7 (8:56); klik hier.
Video 7 laat zien wat in deel 3 van Zo ontdek ik het lezen! naast de regelgeleide spellingkwestie nog meer aan bod komt, behandelt het omgaan met spellingtests van het Cito en dergelijke en schetst de voordelen van ontwikkelingvolgend spellingonderwijs.

—————————————————————————————

Laatste bewerking van deze webpagina: 14 februari 2022